‘Dit nooit meer’ gaat over ontmenselijken. Van de Armeense genocide tot de Holocaust.

Vandaag is het 4 mei. We herdenken de oorlogsslachtoffers en vooral de Nederlandse slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust in het bijzonder. Elk jaar horen we het: “Dit nooit meer.” Het is niet alleen een belofte. Het is ook een morele plicht waar naar gehandeld moet worden. Nooit meer een dictator die de landsgrenzen met een pennenstreek verandert. Nooit meer bombardementen op steden en ziekenhuizen. Nooit meer deportaties of kinderen die bij hun ouders worden weggehaald. Toch is dat precies wat er nu gebeurt. Rusland brengt Oekraïense kinderen onder bij Russische ‘pleegouders’ en China plaatst Oeigoeren in ‘heropvoedkampen’, althans zo noemt China het. Vandaag de dag zijn er nog tal van andere schrijnende voorbeelden.

‘Dit nooit meer.’ Het klinkt zo krachtig op 4 mei. Maar deze woorden dreigen hun waarde te verliezen als Europeanen de daad niet bij het woord voegen. ‘Dit nooit meer’ gaat niet alleen over de Holocaust. Het gaat over patronen die dit mogelijk maakten en daar moeten we het over hebben.

Universele lessen uit de geschiedenis


‘Dit nooit meer’ gaat namelijk over het ontmenselijken van hele bevolkingsgroepen. Vooral over minderheden die systematisch worden uitgesloten en vervolgd. De geschiedenis herhaalt zich niet letterlijk, maar patronen en mechanismen steken telkens opnieuw de kop op. Het is aan historici om hiervoor te waarschuwen zodra ze deze patronen te herkennen en te waarschuwen wanneer ze deze herkennen. Nazi- Duitsland (1933–1945) liet zien hoe zondebokpolitiek en ontmenselijking kon uitmonden tot een gruwelijke volkenmoord. Uiteindelijk leidde deze zondebokpolitiek en ontmenselijking tot het normaliseren van een industriële vernietiging op bepaalde bevolkingsgroepen.

Normaliseren

In Nazi-Duitsland richtte deze vernietiging zich op Joden, Sinti, Roma, homoseksuelen en mensen met een beperking. Maar dat niet alleen, het werd genormaliseerd en goedgepraat. De casus-Eichmann (de hoofdverantwoordelijke voor de uitvoering van de Holocaust) laat zien dat militairen en ambtenaren vooral hun taken uitvoerden zonder daarbij morele vragen te willen stellen. Hannah Arendt, filosoof en politiek denker, toonde in ‘De banaliteit van het kwaad’ aan, dat mensen zoals Eichmann vooral bureaucraten en technocraten waren en geen fanatieke ideologen. Het laat pijnlijk zien hoe een massamoord verbureaucratiseerd kan worden als het eenmaal is genormaliseerd binnenin het staatsapparaat, waardoor mensen niet langer moreel willen nadenken wat ze doen. De Holocaust kon alleen plaatsvinden vanwege dat elk individu slechts zijn of haar eigen taak had, concludeerde Arendt.

Hedendaags Duitsland als moreel voorbeeld


Toch was het juist Duitsland dat na de Tweede Wereldoorlog het boetekleed aantrok en schuld als natie erkende voor een van de zwartste bladzijden uit de moderne geschiedenis. Sterker nog: het land ontpopte zich als de drijvende kracht achter de internationale herinneringscultuur van de Holocaust. Al gebeurde dit niet vanzelf. Ook voor Duitsland was dit een proces. Deze zelfreflectie was bijzonder en stelde Duitsland in staat te breken met een eeuwenlange traditie waarin aristocraten en generaals het voor het zeggen hadden. Geen keizer of Führer meer. Duitsland werd een democratische republiek, en is inmiddels een voorbeeld voor velen.

Want ook generaties die er zelf niet direct bij betrokken waren, kunnen verantwoordelijkheid nemen voor structureel onrecht uit het verleden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de excuses voor het Nederlandse slavernijverleden. Zet deze manier van zelfreflectie tegenover Turkije en je ziet iets heel anders gebeuren. Ankara wil nog steeds geen schuld bekennen voor de Armeense Genocide van het Ottomaanse Rijk in 1915. Al ruim een eeuw lang wachten de Armeniërs op erkenning. Wat voor Turkije geldt, zien we ook in Rusland. In 1944 deporteerde Stalin honderdduizenden Krim-Tataren. Dat er sinds 1945 vooral Russen op de Krim wonen is geen toeval. Het was onderdeel van Stalins deportatiepolitiek. Het was een etnische zuivering. Maar Rusland ontkent het al ruim 80 jaar.

Maar waar Duitsland brak met zijn imperiale verleden, lijken Rusland en Turkije nog niet klaar te zijn voor boetedoening voor hun imperiale verleden. Dat is voor de Krim-Tataren en Armeniërs een hard gelag. De Armeniërs wachten al meer dan honderd jaar op erkenning.

Herdenken is ook herkennen


De Nationale Dodenherdenking op 4 mei is voor iedereen anders. Ze is vooral bedoeld voor de slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog en alle andere slachtoffers in oorlogssituaties. En juist omdat herdenken voor iedereen anders is, zouden de structuren van ontmenselijking centraal moeten staan. Van de Armeense Genocide en de deportatie van de Krim-Tataren tot de Holocaust. Hoewel de Holocaust vooral door haar industriële karakter uniek is, blijft het patroon steeds hetzelfde. In Armenië, op de Krim vond hetzelfde patroon plaats: het discrimineren, ontmenselijken en uitsluiten van bepaalde bevolkingsgroepen. Vandaag de dag gebeurt het nog steeds. Op bijna alle continenten van de wereld zijn schrijnende voorbeelden te vinden en helaas bereiken ze niet allemaal het nieuws.

Massamoord begint bij uitsluiting

Zolang er nauwelijks aandacht is voor andere tragische episoden in de geschiedenis, kunnen mensen denken dat genocide slechts betrekking op de Holocaust heeft. Terwijl het gaat om het systematische proces van ontmenselijking en uitsluiting. Daar zou 4 mei ook over moeten gaan. En dat betekent wat mij betreft “Dit nooit meer.” Over hoe uitsluiting kan leiden tot het systematische vervolging en vernietiging.