Vrede met Rusland klinkt mooi. Tot je een Tsjetsjeen spreekt

Oekraïne moet vrede sluiten. Basta.
Een wapenstilstand met Rusland is geen vrede. Het is uitstel van executie. Je noodlot is al bezegeld. De dood heeft zich al aangekondigd.
Putinverstehers, vermomd als vredesactivisten, bepleiten een onmiddellijk staakt-het-vuren. Dat Oekraïne grondgebied moet afstaan, is dan maar zo, aldus deze ‘vredesbeweging’.
Maar een wapenstilstand met Rusland, zonder geloofwaardige afschrikking, is niets meer dan een gevechtspauze.
Het klinkt mooi en is retorisch slim, want wie is er niet voor vrede? De tegenstanders als oorlogszuchtig neerzetten is een uitgekiende zet. Maar het is vooral laf. Niet durven zeggen wat je echt bedoelt.
Want het is niet Oekraïne, maar Rusland dat Oekraïne aanviel. Het is niet Oekraïne, maar Rusland dat steeds aanvullende eisen stelt. Maar bovenal: het is Rusland dat haar gesloten verdragen structureel schendt. Dat is niet iets nieuws, dat is al jaren zo.
Dat deed Rusland in de jaren negentig al in Tsjetsjenië. Zowel bij de annexatie van de Krim (2014) als de grootschalige invasie in februari 2022, bleek dat eerdere verdragen niets waard waren.
Wie denkt dat vrede mogelijk is met Rusland, doet er goed aan om met de Tsjetsjeense diaspora in Europa te praten. Daarom moeten we lessen trekken uit Tsjetsjenië.
Waarom Tsjetsjenië zo belangrijk is
De Eerste Tsjetsjeense Oorlog bevrijdde het Westen van de illusie dat hoewel Rusland democratisch was geworden, het ook haar imperialisme zou hebben afgezworen. Of gold dit realisme alleen voor Oost-Europa?
In 1991 riep Tsjetsjenië onder leiding van generaal Dzjochar Doedajev de onafhankelijkheid uit. Officieel de Tsjetsjeense Republiek Itsjkerië. Daar kon Rusland niet mee akkoord gaan, natuurlijk.
In december 1994 stuurde Jeltsin tanks naar Grozny. Niet om orde te herstellen, maar om een signaal af te geven: wie zich losmaakt van Moskou, wordt verpletterd. Alleen had Jeltsin er geen rekening mee gehouden dat het juist het Russische leger was dat in de pan zou worden gehakt door een handjevol gemotiveerde separatisten. Een grote vernedering voor de ooit zo gevreesde wereldmacht.
Overeenkomsten met Oekraïne
Er bestaan veel overeenkomsten tussen de Tsjetsjeense Oorlogen en de Russische oorlogen in Oekraïne.
Zo wilde Rusland in 1994 de Itsjkerische regering van Doedajev vervangen door een pro-Russische marionet. Precies hetzelfde scenario zagen we in 2014 en opnieuw in 2022: Moskou probeerde in Oekraïne een loyale regering te installeren. Allemaal leuk dat geschreeuw om de NAVO, maar dat is natuurlijk afleiding. Het gaat hier gewoon om negentiende-eeuwse onderwerping. Oekraïne diende in Poetins wereldbeeld een vazalstaat van Rusland te worden.
En net zoals tijdens het beleg van Grozny, in de Eerste Tsjetsjeense Oorlog, voert Rusland nu een oorlog waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen militaire en civiele doelen. Alles is doelwit. Scholen, kinderziekenhuizen, bejaardentehuizen. Zowel Grozny als Bachmoet zijn met de grond gelijkgemaakt.
Wat er overbleef van Grozny was geen stad, maar puin vol lichamen. De dood was overal. In ingestorte flats. Onder het stof van scholen. In verwoeste ziekenhuizen, waar het stil bleef tussen het staal. Straathonden dwaalden tussen de lijken. Geen leven, geen hoop, alleen stilte.
Beyond Poetin
De oorlog in Oekraïne maakte duidelijk wat voor veel Slavische en islamitische volken allang bekend was: voor Rusland heiligt het doel de middelen. De totale verwoesting van Marioepol is in die zin een herhaling van de verwoesting van Grozny (1995).
Desondanks deed president Clinton alsof er niets aan de hand was en bleef Jeltsin als zijn vriend beschouwen. Hij noemde de band met Rusland uniek. Ja, dat was het zeker.
Niet eerder gedoogde Amerika zulk imperiaal geweld van Rusland. Sterker nog, president Clinton maakte zich zelfs hard voor de Amerikaanse steun van $2,5 miljard aan Rusland om het land ‘te democratiseren.’ Het platgooien van Grozny was klaarblijkelijk voor president Clinton geen breekpunt.
De volgende oorlog
Als Rusland zijn doelen niet behaalt, likt het zijn wonden. Rusland ziet een wapenstilstand als een adempauze. Een manier om te leren van zijn fouten en het straks, als we het niet verwachten, het nog eens te proberen. Ditmaal bloediger, wreder, maar succesvol.
Een wapenstilstand sluiten met Rusland zonder afschrikking is alsof je een pyromaan op zijn woord gelooft dat hij geen brand meer sticht.
Toen Rusland in 1996, na zware verliezen, zich uiteindelijk terugtrok uit Grozny, werd de oorlog beëindigd middels een wapenstilstand. Maar dit Akhasjev-akkoord gaf Rusland de tijd om haar leger te versterken en een paar jaar later met het dodelijke schot te komen én te leren van haar fouten.
Als we niet uitkijken, staat Oekraïne zo’n scenario dus te wachten.
Het Tsjetsjenië-scenario
En precies dit is het gevaar voor Oekraïne. Het gevaar is niet dat het deze oorlog verliest, maar vooral dat het de volgende verliest. Oekraïne kan in deze oorlog Rusland juist weerstand bieden, omdat Rusland niet vrij kan manoeuvreren, iets dat tijdens een wapenstilstand juist wel kan.
Tactisch staat Oekraïne er op dit moment niet eens zo slecht voor. Rusland is in feite uit de Zwarte Zee verjaagd. Maar bij een wapenstilstand kan Moskou haar oorlogsschepen daar gewoon weer positioneren, zich hergroeperen en herbewapenen. En dan opnieuw toeslaan. Zonder westerse wapenleveranties heeft Oekraïne in zo’n tweede oorlog veel minder kans dan nu. Voor Oekraïne kan dat fatale gevolgen hebben. Rusland wil nog altijd Oekraïne van de kaart vegen.
Mocht er een wapenstilstand komen, dan zal Oekraïne naar de achtergrond verdwijnen. Dan vullen de headlines zich weer met discussies over 120 of 130 op de snelweg, of over de nieuwe liefde van Dave Roelvink. Maar dat zal tijdelijk zijn. Poetin heeft namelijk ook niet het eeuwige leven.
Hard power
Daarom moeten er nu meer wapens naar Oekraïne. Vooral langeafstandswapens. Zodat als Rusland het opnieuw probeert, Oekraïne de landhuizen van de Kremlinoligarchen in puin kan schieten. Dat noemen we afschrikking.
Je kunt alleen praten met Poetin met een geladen revolver achter de hand.