Ik doe (nog) geen aangifte tegen intimidatie

De dag begon vol hoop toen de president van Oekraïne, Zelensky, ons land bezocht tijdens dodenherdenking op 4 mei. Maar het is verontrustend dat juist Rusland hem beschuldigt van nazisme, gezien zijn familiegeschiedenis (Zelensky verloor verschillende familieleden tijdens de holocaust en is de kleinzoon van een holocaust- overlevende). Dit toont aan dat de strijd tegen fascisme nog lang niet voorbij is en we moeten alert blijven. Deze alarmerende gedachte werd nog eens versterkt toen ik na het plaatsen van een tweet over Zelensky een verontrustend filmpje toegestuurd kreeg. In dit filmpje werd me medegedeeld dat ik op een ‘lijstje’ sta. Het is schokkend dat dit soort bedreigingen nog steeds bestaan en dat mensen zoals ik mogelijk doelwit kunnen zijn. Ik ben pas nu naar buiten gekomen met mijn verhaal, nadat ik het met vrienden heb besproken en besloot dat het tijd is om me hiertegen fel uit te spreken. Het is van groot belang dat politici, journalisten en analisten deze zorgwekkende ontwikkeling serieus nemen. Eerder waren het politici en experts op het gebied van corona, maar nu lijken mensen die zich bezighouden met de oorlog in Oekraïne de volgende slachtoffers te worden. Hoewel ik nu persoonlijk geraakt ben, moeten we allemaal opstaan om de vrijheid van meningsuiting en publicatie te beschermen.

Bedreiging

Ik kreeg een verontrustend filmpje toegespeeld waarin eerst allerlei desinformatie over Oekraïne werd verspreid. Op zich had ik daar weinig problemen mee, maar het escaleerde al snel. Er werd vervolgens op mij als persoon ingehakt en verteld dat ik op een lijstje sta ‘net zoals de Gestapo een lijstje had’. Vervolgens werd benadrukt dat ‘mensen zoals ik te grazen zullen worden genomen, want wij hebben geduld’. Vaak wordt gezegd dat we dit soort bedreigingen moeten negeren en geen aandacht moeten geven, maar juist omdat het mensen zoals ik betreft zonder een aanzienlijke status in de media, moeten we hier wel aandacht aan geven, want ik was niet de enige. Want ook onderzoeksjournalist Robert van der Noordaa werd op een vergelijkbare én bedreigende manier geïntimideerd.

Ik ben pas een jaar geleden afgestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam en probeer nu als freelance historicus mensen te informeren over Oost-Europa via mijn website en andere kanalen. Ik haal er veel energie uit als mensen mijn werk op Twitter en daarbuiten waarderen, maar tegen welke prijs? Als mensen zoals ik bedreigd worden en ons werk daardoor beperkt wordt, is het dan nog wel de moeite waard? Ik doe dit werk vooral omdat ik het leuk vind en er energie uit haal, niet omdat ik er veel geld mee verdien. Als ik geld wil verdienen, ga ik wel ergens solliciteren en hoor je me verder niet meer. Maar dat zal ten koste gaan van de tijd om onjuiste frames en nieuwe perspectieven te benadrukken en daarom doe ik dit werk zo graag. Ik publiceer op mijn website of voor andere media enkel omdat ik het leuk vind en niets anders.

Niet langer negeren

Daarom wil ik benadrukken dat dreigfilmpjes tegen freelance journalisten en publicisten juist een groot probleem zijn. Er staat namelijk geen enkele werkgever achter mij, ik doe alles zelf en met intimidatie en bedreigingen kan ik meestal weinig beginnen. Ik moet zelf melding van maken en de juridische kosten zijn geheel voor mijn rekening. Vandaar dat ik nu (nog) geen aangifte doe. Maar gebeurt dit vaker, dan kan ik besluiten dit toch te doen. Het is belangrijk dat we ons bewust zijn van deze bedreigingen en dat we onze vrijheid van meningsuiting en publicatie beschermen, zodat we ons werk kunnen blijven doen zonder angst voor represailles.

Het is geen eenvoudige beslissing om aangifte te doen tegen de afzenders van het verontrustende filmpje dat ik ontving. Aangifte vergt namelijk veel tijd en moeite, en kan kostbaar zijn. Bovendien heb ik geen enkele juridische achtergrond, waardoor zo’n stap voor mij extra moeilijk is. Maar ik wil heel duidelijk zijn: dit soort intimidatie is absoluut niet acceptabel. Het betreft hier geen kritiek op de inhoud van mijn stukken of op mij persoonlijk, maar een grove vorm van intimidatie die overkomt als een bedreiging. Hier trek ik dan ook de grens.

Rode lijn

Als dit soort dreigementen vaker voorkomen, zal ik zeker overwegen om juridische stappen te nemen. Ik ben in het verleden gepest, gekleineerd en geïntimideerd, maar heb altijd mijn problemen zelf opgelost en ben nooit naar de schoolleiding gegaan. Maar deze situatie is anders. Dit gaat niet over meningsverschillen, beledigingen of persoonlijke aanvallen, maar over een verregaande vorm van intimidatie. Het idee dat ik op een lijstje sta en dat ze me te grazen zullen nemen, gaat echt te ver. We moeten ons daarom uitspreken tegen dit soort intimidatie en het vrije woord beschermen dat anders ernstig in gevaar komt. Ongeacht of je het met me eens bent of niet, intimidatie en bedreigingen zijn ontoelaatbaar en mogen niet onbeantwoord blijven. Daarom trek ik hierbij een duidelijke lijn dat ik dit niet zal aanvaarden.

Telefoongesprek met Sylvio

Op woensdag 24 mei heb ik met Sylvio gebeld. Hij vertelde me een heel persoonlijk verhaal en waarom hij aanstoot ondervond op mijn bericht. Uiteindelijk legde hij uit dat de term ’te grazen nemen’ nooit iets fysieks in hield. Hoewel ik duidelijk merkte dat Sylvio de oorlog in Oekraïne vanuit een Russisch narratief bekijkt en daarbij ook Russische desinformatie overneemt, is het directe intimiderende aspect vervallen na dit gesprek. Wel heeft dit incident mij duidelijk gemaakt dat desinformatie heel erg belangrijk is om aan te pakken en dat negeren geen zin heeft. Het kan immers ertoe leiden dat mensen overgaan tot acties die bij anderen kunnen overkomen tot intimidatie of erger. Daarom is het belangrijk om desinformatie aan te pakken, aangezien desinformatie ook polarisatie in de hand werkt.

Update juni 2024

Ik dacht dat tegen deze tijd alles wel uit de lucht zou zijn. Maar niet. Sylvio wil erg graag een rectificatie, volgens mij is dat in een draadje al gebeurd. ‘, maar ik ben de moeilijkste niet en daarom zal ik hierbij aangeven, dat er dus geen sprake was van een doodsbedreiging.  Alhoewel ik dat oorspronkelijk wel zo zag vanwege het woord ’te grazen nemen, maar Sylvio zelf zei tijdens het desbetreffende telefoongesprek dat hij hier iets anders mee bedoelde. Inmiddels duiken de nieuwe filmpjes weer op, met termen als ‘jullie (mij Robert van der Noordaa en Norbert Dikkeboom) weet ik te vinden’. Dit is niet fijn en ik wil dit niet doen via aangifte of dergelijke, maar gewoon vragen hiermee op te houden. Ik hoop dat deze verduidelijking genoeg is dat er dus geen sprake (ondanks dat ik het zo interpreteerde) was van een doodsbedreiging. Wel van intimiderende taal. Als dit op den duur niet ophoudt, dan zijn juridische stappen echt een soort kernwapen: het laatste redmiddel. Ik hoop dat dat niet nodig is.