Ongeremde burgerdoelwitten bestookt in Marioepol. Incidenteel of structureel bij het Russische leger?
Op februari 2022 viel Vladimir Poetin onder het mom van zijn speciale militaire operatie Oekraïne binnen. Meteen werd duidelijk dat Poetins ambities verder reikten dan de Donbas.
Internationaal werd schande gesproken over de manier hoe Rusland militair werd optrad met bombardementen op burgerdoelwitten. In een stemming van de Verenigde Naties werd de invasie publiekelijk veroordeeld. Biden noemde Poetin een oorlogsmisdader nadat The New York Times concludeerde op basis van satellietbeelden dat het Russische leger doelbewust Oekraïense burgers en burgerdoelwitten beschoot. Dit werd later bevestigd door ooggetuigen in de voorstad van Kyiv, Bucha. De Ambassade van de Verenigde Staten in Georgië vergeleek de slag bij Marioepol met de slag bij Leningrad en suggereerde daarmee dat het Russische militaire handelen sinds 2022 sterk afweek van de periode daarvoor. Echter, was het Rusland dat 27 jaar geleden in feite hetzelfde deed in Tsjetsjenië, bij Grozny. Dit artikel zal ingaan op de overeenkomsten en verschillen tussen de belegering van Grozny in 1995 en die van Marioepol anno 2022.
Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen de belegering van Grozny in 1995 in Tsjetsjenië en die van Marioepol in 2022 in Oekraïne? Deze vraag staat centraal in dit artikel. De onderzoeksmethode is het Russische militaire handelen jegens burgers met elkaar te vergelijken, dus, tijdens de Eerste Tsjetsjeense Oorlog (1994-1996) en de oorlog in Oekraïne: het betreffen de casestudies over de belegering van Grozny (1995) en van Marioepol (2022). Beide belegeringen worden op vier criteria beoordeeld in de omgang met burgers. Daarmee kan uiteindelijk de hoofdvraag beantwoord worden.
Casestudies: belegering Grozny (1995) en Marioepol (2022). Analysecriteria militair handelen tegenover burgers
Criterium 1: Op welke manier wordt onderscheid gemaakt tussen burgers en militairen?
Criterium 2: Op welke manier worden burgerdoelen gespaard of geraakt (bijvoorbeeld scholen, ziekenhuizen en treinstations)?
Criterium 3: Op welke manier krijgen burgers de mogelijkheid om het conflictgebied te ontvluchten?
Criterium 4: Op welke manier krijgen NGO’s de mogelijkheid om de humanitaire situatie van de burgers te verbeteren (bijvoorbeeld het Internationale Rode Kruis)?
Deze criteria zijn ontleend aan de rapporten van Human Right Watch; in hun rapportages wordt aandacht besteed aan de manier hoe er in conflictgebieden wordt omgegaan met burgers enerzijds en anderzijds met de vluchtmogelijkheden voor burgers. Met behulp van deze analysecriteria kan de overkoepelende vraag beantwoord worden. Het Rode Kruis heeft aan de basis gestaan van het humanitair oorlogsrecht. Dit recht zal in dit onderzoek worden behandeld wanneer er gesproken wordt over oorlogsmisdaden. Het Rode Kruis werd in 1863 opgericht om als neutrale partij gewonden mensen te behandelen. Later is hierdoor ook een onderscheid gekomen tussen burgers en oorlogsdeelnemers. Verschillende oorlogen hebben vervolgens geleid tot het uitbreiden van het humanitair recht, zoals de wraakacties en executies bij de Frans-Duitse Oorlog in 1870-1871.
Op het gebied van bronmateriaal zullen de meeste primaire bronnen bestaan uit rapporten van NGO’s, regeringen en de Verenigde Naties, die de oorlog in kaart brengen en daarbij het burgerperspectief belichten. Zodoende verwacht ik antwoord te kunnen geven op de vraag of de belegering in Grozny en Marioepol met elkaar overeenkomen of dat ze van elkaar verschillen in met de omgang met burgers.
Casestudie 1: belegering van Grozny (Tsjetsjenië, 1995)
Nog voordat de Sovjetunie formeel uiteen gevallen was, had Tsjetsjenië haar onafhankelijkheid in 1990 uitgeroepen. Deze onafhankelijkheid werd echter niet erkend: niet door de opvolger van de Sovjetunie, Rusland, en ook niet door de permanenten leden van de VN-veiligheidsraad. Op 11 december 1994 besloot Rusland om de afvallige republiek Tsjetsjenië binnen te vallen. Aanleiding was het separatistische gedrag van de Tsjetsjeense leider, Doedajev. Onder leiding van Doedajev zou de Tsjetsjeense Republiek zich losmaken van elk staatsverband met de Russische Federatie. Doedajev speelde overigens ook een belangrijke rol bij de onafhankelijkheid van Estland in 1991: hij dreigde met het leveren van troepen aan Estland als Gorbatsjov niet akkoord ging met de onafhankelijkheid van Estland. Daarmee eiste Doedajev dat Gorbatsjov’s wrede geweld tegen de Estse burgerbevolking eindigde. Doedajev was dus allesbehalve een loyale Sovjetfunctionaris van Moskou. Onder Doedajev had zich een paramilitaire organisatie ontwikkeld. Jeltsin wilde zelfs niet akkoord gaan met het verlenen van vergaande autonomie.
In oktober 1994 deden gewapende Tsjetsjeense oppositietroepen met steun van Moskou een poging om Doedajev en de zijnen van de macht te beroven, dit liep uit op een fiasco. Eind november 1994 probeerde Rusland wederom een staatsgreep te plegen en opnieuw mislukte dat. Op 1 december 1994 begon de Russische militaire campagne tegen Doedajev. Volgens de Russische Minister van Binnenlandse Zaken zou deze ‘speciale operatie’ slechts vier dagen duren. Uiteindelijk duurde de oorlog twee jaar. Wat betekende deze tweejaarlang durende oorlog voor de burgerbevolking in Grozny, Tsjetsjenië?
Bijna zesduizend doden kostte Rusland deze oorlog met de zelfverklaarde onafhankelijke republiek Tsjetsjenië, terwijl tussen 30 tot 100.000 Tsjetsjeense burgers om het leven kwamen. In december 1994 werd de bazaar in Grozny onderdeel van het strijdtoneel. De Russische luchtmacht voerde bombardementen op de markt uit, waardoor er minder voedsel in de stad beschikbaar was. Toen de Britse journalist Anatol Lieven na de kerstdagen terugkwam in Grozny was de bazaar verworden tot maanlandschap. De industriestad Grozny was in haar volledigheid verwoest. De Russische bombardementen leken dan ook niets te sparen.
Op 3 januari 1995 beschuldigde de Duitse regering Rusland. Moskou zou “de mensenrechten op grote schaal hebben geschonden”. De Duitse woordvoerder duidde op “het grote aantal slachtoffers onder de burgerbevolking, mede veroorzaakt door luchtaanvallen op woonwijken”. Daarmee concludeerde Duitsland dat Rusland de burgerbevolking allesbehalve ontzag van oorlogsgeweld. Amnesty International was in haar rapport in 1995 ook niet mild. Amnesty stelde op basis van ooggetuigenverslagen dat Rusland op 17 december 1994 het vuur opende op mensen die het belegerde Grozny te voet probeerden te ontvluchten; dit waren vrouwen en kinderen. Het bewust beschieten van onschuldige burgers is een grove oorlogsmisdaad. Volgens de Geneefse Conventies moet het Rode Kruis als onafhankelijke partij kunnen optreden en dat werd door het Russische Leger onmogelijk gemaakt.
Anatol Lieven stelt dat de meeste corridors in Grozny die burgers zouden moeten toestaan om te kunnen vluchten, werden versperd. Vrouwen en kinderen werden gescheiden van de mannen (12 jaar en ouder) en niemand weet wat er verder met hen is gebeurd. Humanitaire corridors konden de stad alleen bereiken als burgers daar grof geld voor betaalden. Hierdoor konden alleen welgestelden toegang krijgen tot de humanitaire hulp en was het voor hulporganisaties lastig om hun werk te verrichten.
Niet alleen schoot Rusland doelgericht op huizen en andere burgerdoelwitten, ook zouden auto’s die de steden probeerden te ontvluchten zijn geraakt door artillerievuur. Dit duidt op oorlogsmisdaden en het bewust aanjagen van een vluchtelingenstroom. Ruim 300 duizend mensen ontvluchtten de miljoenenstad Grozny in 1995, concludeert het rapport van Amnesty International in 1995. Veiligheidsdeskundige Peter Daniel DiPaola concludeert dat Ruslands steeds verder verworden was tot een autoritaire maffiastaat en dat de georganiseerde misdaad onderdeel werd van de regering daardoor werd in de Eerste Tsjetsjeense Oorlog in feite nauwelijks rekenschap gehouden met mensenrechten.
Grozny werd door overlevenden als de hel op aarde beschreven. Russische militairen maakten nauwelijks onderscheid tussen burger en militair. Volgens ooggetuigen werd er gebruikgemaakt van willekeurige bombardementen om de bevolking zoveel mogelijk angst aan te jagen. Er vielen immers bommen op scholen, ziekenhuizen en taxi´s, dus geen militaire doelen. Niemand was veilig en er was een acuut gevaar voor elke Grozniër dat hun huis kapot geschoten zou worden. Amnesty International sprak ooggetuige Satsita Abubakarova die vanuit Grozny probeerde de stad te verlaten. Abubakarova: “Russian officials have suggested that their troops were fired on, or that the convoy was caught in crossfire, although a number of survivors have insisted that they were unarmed and that there were no combatants in the area other than the army.” Het leek alsof we terug in de tijd waren met de belegeringen van Stalingrad en Berlijn, stelden de bewoners in Grozny. Ze riepen: “What is going on in the world? They just beat us constantly! They bomb us all the time! These pilots are worse than the fascists. We lived here normally without your bombs!”
In tegenstelling tot de Tweede Tsjetsjeense Oorlog waarin de strijd duidelijk tegen het internationaal terrorisme was, was de Eerste Tsjetsjeense Oorlog veel meer een onafhankelijkheidsoorlog en speelde de islam en jihadisme nauwelijks een rol, stelt militair historicus Yagil Henkin. Het was de soevereine staat tegen het grote Rusland en geen conflict tussen het Oost-Orthodoxe Rusland en het islamitische Tsjetsjenië. Religie speelde nauwelijks een rol. Boris Jeltsin stelde tijdens de belegering van Grozny dat alle bewoners de steden hadden verlaten, maar dat bleek achteraf onjuist te zijn. Mensenrechtenactivisten die Jeltsin lang hadden gesteund begonnen aan hem te twijfelen in hoeverre hij mensenrechten en het internationale oorlogsrecht nog respecteerde, stelde hoogleraar Euraziatische studies Peter Dash. Brits journalist en ooggetuige van de bombardementen Lieven weerspreekt ook Jeltsins ontkenningen. Lieven stelde dat er sprake was van complete willekeur bij de Russische bombardementen. Lieven: “the bombing felt worse just because it was so sporadic and random; another reason was that the bombs were falling on a town which was still not under ground assault, and so had a semblance of normality; and then, of course, it was obviously intended to kill and terrorise civilians. Perhaps, too, because among the first victims was a personal acquaintance, Cynthia Elbaum, a young American photographer covering her first war, killed when bombs fell on a crossroads that had been hit the previous night, and where we had gone to inspect the damage”.
Op 12 januari 1995 claimde Rusland dat ze de stad Grozny hadden veroverd. De EU drong bij Rusland echter aan de bombardementen op de rest van Tsjetsjenië onmiddellijk te stoppen, omwille van alle burgerdoden die deze hadden veroorzaakt. Volgens de buitenlandwoordvoerder van Brussel, José Juppe, zou Rusland zich niet aan de gedragscode van OVSE houden. Rusland vond de kritiek overdreven en stelde dat het erg leek op de retoriek uit de Koude Oorlog. Doedajevs stafchef, Aslan Machadov, stelde dat tijdens de Eerste Tsjetsjeense Oorlog 120.000 burgers zijn omgekomen.
Veiligheidsdeskundige DiPaola heeft de oorlog in Tsjetsjenië onderzocht en schrijft in 1997 in zijn essay dat het Russische leger aan het begin van de oorlog overmoedig was. Toen de weerstand groter bleek te zijn, werd dit gecompenseerd door Ruslands zware artillerie tegen de burgerbevolking op burgerdoelwitten. Rusland escaleerde dus, het doel heiligde blijkbaar de middelen. Volgens analist bij The Economist, Rama Samath Kumar, ligt het echter genuanceerder: het was juist een politiek besluit om burgerdoelen aan te vallen nadat het leger aanvankelijk overmoedig was. Verschillende generaals werden ontslagen, omdat ze weigerden om het vuur te openen op burgers die de route naar Grozny blokkeerden. De oorlog werd uiteindelijk beëindigd toen de politiek het leger opdroeg om geweld tegen de burgerbevolking in Tsjetsjenië te gebruiken en de legerleiding dit te ver vond gaan. Niet het leger, maar de politiek was dus verantwoordelijk voor het beschieten van burgers, stelde Kumar in januari 1996. Kortom wat zeggen al deze onderzoeken, essays en citaten over de belegering van Grozny: in hoeverre werden burgers en burgerdoelwitten gespaard? Het analysekader geeft een duidelijk overzicht.
Criteria
Criterium 1: Op welke manier wordt onderscheid gemaakt tussen burgers en militairen?
Criterium 2: Op welke manier worden burgerdoelen gespaard of geraakt (bijvoorbeeld scholen, ziekenhuizen en treinstations)
Criterium 3: Op welke manier krijgen burgers de mogelijkheid om het conflictgebied te ontvluchten?
Criterium 4: Op welke manier krijgen NGO’s de mogelijkheid om de humanitaire situatie van de burgers te verbeteren? (bijvoorbeeld het Internationale Rode Kruis).
Uitwerking
Criterium 1: Nauwelijks, de hele stad werd gebombardeerd. De bombardementen waren willekeurig en daarbij werd er in feite nauwelijks onderscheid gemaakt tussen burgers en militairen, maar er werd niet bewust op burgers geschoten.
Criterium 2: Burgerdoelen werden niet gespaard. In sommige gevallen werden burgerdoelwitten zelfs doelwit van de luchtaanvallen, zoals de Bazaar van Grozny.
Criterium 3: Burgers konden de stad ontvluchten zolang ze niet in de weg lagen voor het Russische leger, maar er werd geen vluchtroute gefaciliteerd door Rusland
Criterium 4: NGO’s zoals Artsen Zonder Grenzen konden in Grozny alleen als er veel geld werd opgebracht de steden in om humanitaire hulp te verlenen, dit was uiteraard niet, zoals het oorlogsrecht dat had bepaald, waarin Artsen Zonder Grenzen er juist voor iedereen hoort te zijn.
Casestudie 2: Oekraïne, Marioepol, maart-mei 2022
Toen Rusland op 24 februari 2022 haar ‘speciale militaire operatie’ afkondigde, werd onmiddellijk duidelijk dat Ruslands (imperiale) ambities verder gingen dan alleen de Donbas-regio. Rusland probeerde de eerste dagen met amfibische invasies in Marioepol en in Odessa door te breken en de hoofdstad Kyiv te bezetten. In eerste instantie zonder succes, maar later werd het wel mogelijk om voet aan de grond te krijgen in Marioepol door zwaarder geschut in te zetten.
Voor buitenstaanders waren deze maximalistische ambities wellicht vreemd, maar in feite voert Rusland al sinds 1991 een hybride oorlogsvoering tegen de Oekraïense staat en Oekraïense burgers, stelt politicoloog Taras Kuzio die gespecialiseerd is op de Oekraïense politiek. De oorlog heeft bovendien geleid tot een enorme achteruitgang van de mentale gezondheid van jongeren en adolescenten in Oekraïne. Het maakt in feite weinig verschil of Oekraïense jongeren de oorlog als ooggetuigen zagen of niet. Rusland voert hiermee dus ook in grote maken psychologische oorlogsvoering, met soms zelfs PTSS als gevolg. Alle Oekraïense burgers worden direct getroffen via deze psychologische oorlogsvoering en internationale massamedia spelen hierin een beslissende rol. Kinderen kunnen daar blijvende schade zoals PTSS van ondervinden, vanwege de videografische impact. Op deze manier raakt Rusland Oekraïense burgers blijvend.
Op 2 maart 2022 stelt Human Right Watch al in een kritisch rapport dat de situatie voor de bewoners in Marioepol erg slecht was. Rusland stond niet toe dat er voedsel in of uit de stad ging, verbood dat mensen konden vluchten, alleen vluchten naar Rusland werd hen toegestaan. Ook werd een bewuste strategie toegepast van mensen die toch naar Oekraïne wilden vluchten te bestoken met bommen, zoals het doelbewust schieten op treinstations. Op 6 maart 2022 stelt de burgemeester van Marioepol vast dat er geen water en elektriciteit meer is. Artsen Zonder Grenzen luidt op die dag de noodklok: “They don’t know where they can get water. People have literally broken into heating systems to take water from them to be able to wash their hands”.
Human Right Watch stelt dat de bombardementen op de stad willekeurig waren, alles en iedereen werd getroffen en er bestond geen onderscheid tussen burger en militaire doelen. Human Right Watch stelt verder dat Rusland geen humanitaire corridors toeliet om de burgers te voorzien van water en medische zorg. Op 1 juni 2022 zaten 100.000 mensen zonder eten en drinken. Russische soldaten gaven de inwoners dit alleen als ze vervolgens naar Rusland vertrokken.
Marioepol wordt inmiddels beschreven als een van de grootste oorlogsmisdaden uit de eenentwintigste eeuw. Ooggetuigen spreken over massale deportaties, dat mensen uit hun huizen worden gehaald en afgevoerd naar Rusland. Op 10 mei 2022 stelt het hoofd van de VN Mensenrechten Organisatie dat ruim drieduizend burgers in Marioepol om het leven zijn gekomen. Dit lijkt te suggereren dat ook in Marioepol er sprake is van willekeurige bombardementen. De burgemeester van Marioepol stelde een maand eerder al dat er ruim tienduizend burgerdoden waren te betreuren in zijn stad. Onderzoekers ter plaatse stelden op 1 juni 2022 50.000 slachtoffers een waarschijnlijker aantal is. Inwoners van Marioepol werden overvallen, maar hadden in feite geen enkele mogelijkheid om naartoe te vluchten. Viktor, een arts in Marioepol, verklaarde dat er niet echt een vrijwillige manier van vluchten mogelijk was. Viktor: “They gave three choices: stay there under the threat of death from Russian soldiers, pay around 20,000 Ukrainian hryvnia (around £535) to travel to Zaporizhzhia in the east, where the soldiers implied certain death awaited them, or to go to Russia, where they were promised a job, a passport, and 10,000 roubles (around £116)”.
Ook in Marioepol trof het Russische leger burgerdoelwitten, zoals het ziekenhuis en theater.Het was bekend dat het theater een schuilkelder was en desondanks besloot de Russische luchtmacht het te bombarderen. Satellietbeelden tonen bovendien aan dat er op het theater het woord дети stond, wat kinderen betekent, dit was vanuit de lucht te zien. Dit suggereert dat er bewust op burgerdoelwitten is geschoten. Een 24-jarige moeder Viktoria Dubovitskaya was op de dag van het bombardement op het theater aanwezig. Dubovitskaya zegt dat op 16 maart 2022, de dag van de inslag, ongeveer 1600 mensen in het theater verscholen zaten. Haar huis was toen al vier keer bestookt door bombardementen. Volgens een Oekraïense telegram werd humanitaire hulp bewust tegengehouden. Dit lijkt te suggereren dat Rusland niet schroomt om luchtaanvallen in te zetten in stedelijke gebieden, zoals bijvoorbeeld in Grozny, maar ook in Aleppo. Er lijkt daarom sprake te zijn van een strategie van intimidatie. Ook internationale studenten werden overvallen. Zoals een Azerbeidjaanse student die in Marioepol studeerde en werd overvallen door de oorlog, vertelt een vergelijkbaar verhaal. “They told us to undress to look for tattoos. My friend and I were ‘clean’, but our driver had a scorpion tattoo on his leg, and they shouted at him,”
Kortom, ook in Marioepol werd er nauwelijks onderscheid gemaakt tussen burgerdoelwitten en militaire doelwitten en werden burgers vrijwel op dezelfde manier behandeld als militairen. Er werden zelfs Oekraïense burgers als krijgsgevangenen meegenomen. Het Russische leger behandelde burgers in Oekraïne simpelweg hetzelfde als militaire krijgsgevangenen. Mensen met Oekraïense tatoeages warden naar Rusland afgevoerd en belandden in detentiecentra. In de Sovjetunie werden zulke bezettingsmethodes ook gebruikt, zoals in Tsjechoslowakije, tussen 1947 en 1953 deporteerde Stalin grote aantallen Tsjecho-Slowaken naar de oostelijke delen van de Sovjetunie. Oftewel, ook hier veel onderzoeken, essays en citaten over de belegering van Marioepol: in hoeverre werden burgers en burgerdoelwitten gespaard? Het analysekader geeft een duidelijk overzicht.
Casestudie 2: Belegering Mariupol (2022) Analysecriteria militair handelen tegenover burgers
Criterium 1: Op welke manier wordt onderscheid gemaakt tussen burgers en militairen? Niet tot nauwelijks. Burgers werden zelfs naar Rusland gedwongen en dus als krijgsgevangenen gezien waardoor het verschil tussen burger en militair volledig verwaterde.
Criterium 2: Op welke manier worden burgerdoelen gespaard of geraakt (bijvoorbeeld scholen, ziekenhuizen en treinstations). In Marioepol was hier in feite helemaal geen sprake van, omdat de bommen werkelijk alles raakten en er bijna geen huis meer overeind stond. Het ‘indiscriminate bombardments’ suggereren ook dat dat onderscheid tussen burger en militaire doelwitten er niet is.
Criterium 3 Op welke manier krijgen burgers de mogelijkheid om het conflictgebied te ontvluchten? Vanuit Marioepol was in feite vluchten enkel mogelijk naar Rusland. Maar hier is dus wel sprake van dwang, omdat mensen niet naar Rusland, maar naar Oekraïne wilden vluchten.
Criterium 4: Op welke manier krijgen NGO’s de mogelijkheid om de humanitaire situatie van de burgers te verbeteren? (bijvoorbeeld het Internationale Rode Kruis). Het rode Kruis werd hun werk onmogelijk gemaakt, omdat humanitaire corridors nauwelijks de stad in konden komen. Vooral doordat er geen sprake was van een humanitair staakt het vuren.
Wat hebben de belegeringen van Grozny (1995) en Marioepol (2022) met elkaar te maken? Op welke manier verschilde de omgang met burgers van elkaar of kwam die in beide oorlogen overeen? Het eerste criterium waarop getoetst werd was het onderscheid tussen burgers en militairen. In de casus Grozny werd er niet bewust op burgers geschoten, maar werd er zoals Brits journalist Anatol Lieven stelde gebruik gemaakt van een ‘bommentapijt’, waarbij bombardementen willekeurig neervielen op Grozny met het risico veel burgerslachtoffers te maken. Er werd in Marioepol nauwelijks onderscheid gemaakt tussen burgers en soldaten. Doordat burgers zelfs ook als krijgsgevangen werden behandeld, verwaterde het onderscheid.
Het tweede criterium is in hoeverre burgerdoelwitten werden ontzien. Human Right Watch stelde begin maart 2022 dat ook in Marioepol sprake was van willekeurige bombardementen, waarin geen sprake was van het selectief uitschakelen van militaire doelen. Kijkend naar beide steden en vervolgens inzoomend op het eindresultaat, kan je concluderen dat er geen enkel huis, school of ziekenhuis overeind staat en daarmee werden zowel in Grozny als in Marioepol burgerdoelwitten niet gespaard, elk huis en elke school veranderde in puin. Dit wordt bovendien bevestigd door ooggetuigenverslagen van burgers afkomstig uit de belegerde steden. In Marioepol werd zelfs een theater gebombardeerd dat diende als schuilplaats en waar op het dak stond ‘niet bombarderen, schuilplaats voor kinderen’. In Grozny zijn vergelijkbare gevallen gedocumenteerd, zoals de totale vernietiging van markten en bazaars.
Het derde criterium was op welke manier het ontvluchten uit de belegerde steden mogelijk was. Hierin bestond er echter wèl een verschil. In Grozny waren er slechts incidenten waarin vluchtende mensen die in weg stonden werden aangevallen, terwijl in Marioepol vluchten slechts werd toegestaan naar Rusland. Vluchten uit Grozny was wel mogelijk zolang je niet de route naar Grozny blokkeerde.
Het vierde criterium betrof de manier hoe NGO’s en andere organisaties werden toegestaan om humanitaire missies te kunnen volbrengen om mensen in nood te helpen. Rusland stond niet toe dat er voedsel in of uit Marioepol getransporteerd werd en dus waren hulporganisaties niet, zoals Artsen Zonder Grenzen, in staat om burgers in nood te ondersteunen. In Grozny was de situatie niet beter, wèl was er sprake van een ander beleid; daarbij waren humanitaire corridors slechts mogelijk als er door burgers voldoende geld was opgebracht. Hierdoor konden alleen welgestelden van hulp worden voorzien. Dit was uiteraard een schending van alle verdragen en een vorm van afpersing. Maar hierin verschillen beide cases wel van elkaar.
Casestudies: Analysecriteria militair handelen tegenover burgers in twee belegerde steden
Verschillen / Overeenkomsten tussen de belegeringen van Grozny (1995) en Marioepol (2022).
Criterium 1: Op welke manier wordt onderscheid gemaakt tussen burgers en militairen? In de casus Grozny werd er niet bewust op burgers geschoten, maar werd er zoals Brits journalist Anatol Lieven stelde gebruik gemaakt van ‘een tapijt bombardementen’, waarbij bombardementen willekeurig plaatsvonden op Grozny met het risico veel burgerslachtoffers te maken. Er werd in Marioepol nauwelijks onderscheid gemaakt, doordat burgers zelfs ook als krijgsgevangen gevangen werden genomen; daardoor verwaterde het onderscheid tussen burgers en militairen.
Criterium 2: Op welke manier worden burgerdoelen gespaard of geraakt (bijvoorbeeld scholen, ziekenhuizen en treinstations). Human Right Watch stelde begin maart 2022 dat er ook in Marioepol sprake was van willekeurige bombardementen, niet alleen het uitschakelen van militaire doelen. Kijkend naar beide steden, inzoomend op het eindresultaat, dan kan ik slechts concluderen, dat er geen enkel huis, school of ziekenhuis overeind staat en daarmee werden zowel in Grozny als in Marioepol geen burgerdoelwitten gespaard. Dit wordt eveneens bevestigd door ooggetuigenverslagen van burgers in de belegerde steden. In Marioepol werd namelijk zelfs een theater gebombardeerd waarop ‘niet bombarderen, schuilplaats voor kinderen’ stond gemarkeerd. In Grozny zijn vergelijkbare gevallen gedocumenteerd, zoals de totale vernietiging van markten en bazaars.
Criterium 3: Op welke manier krijgen burgers de mogelijkheid om het conflictgebied te ontvluchten? Hierin bestond er een verschil. Uit Grozny vluchten was wèl mogelijk zolang je maar niet de route naar Grozny blokkeerde; in dat laatste geval werd er ook op vluchtende vrouwen en kinderen geschoten. In Marioepol werd er wel op vluchtende mensen geschoten als die richting Oekraïne probeerden aan het militaire geweld te ontkomen; vluchten naar Rusland was wel toegestaan.
Criterium 4: Op welke manier krijgen NGO’s de mogelijkheid om de humanitaire situatie van de burgers te verbeteren? (bijvoorbeeld het Internationale Rode Kruis). Rusland stond niet toe dat er voedsel in of uit Marioepol getransporteerd werd en dus waren hulporganisaties niet, zoals Artsen Zonder Grenzen niet in staat om burgers in nood te ondersteunen. Ook toen de stad afgesneden was van water en stroom, eind maart 2022, was dat niet aanleiding voor humanitaire versoepelingen. In Grozny was de situatie niet veel beter; wèl was er sprake van een ander beleid: humanitaire corridors waren alleen mogelijk als er door burgers voldoende geld was opgebracht; hierdoor konden slechts de welgestelden van hulp worden voorzien. Dit is een schending van alle internationale oorlogsverdragen en een vorm van afpersing. Maar hierin verschillen beide cases wel van elkaar.
Wat valt hieruit af te leiden? Wat zijn de overeenkomsten en verschillen in de benadering van burgers in de belegerde steden Grozny en Marioepol? Alle vier criteria analyserend lijkt er sprake te zijn van vergelijkbare situaties. In beide cases werd er nauwelijks onderscheid gemaakt tussen burgers en militairen: er werden nauwelijks burgerdoelwitten gespaard; beide steden werden volledig in puin gelegd. Vluchten was echter in Grozny beperkt mogelijk, terwijl in Marioepol vluchten alleen maar mogelijk werd gemaakt naar Rusland. Op papier was humanitaire hulp mogelijk voor de inwoners van Grozny, maar wel moest er voor humanitaire corridors zesduizend dollar worden betaald. Daardoor konden alleen de welgestelden worden geholpen. In Marioepol liet Rusland geen enkele humanitaire hulp toe om zodoende de inwoners te dwingen naar Rusland te vluchten.
Het grote verschil blijkt uiteindelijk de internationale veroordeling zijn. Kumar stelde in 1996 al dat de liberale waarden beschermd moesten worden en Jeltsin tot de orde geroepen moest worden. In plaats daarvan bleef het in Grozny tot vermanende woorden van de westerse landen, leidde de oorlog in Oekraïne uiteindelijk tot een economische oorlogsverklaring aan Rusland. Hierdoor is Rusland na Noord-Korea en Iran het meest gesanctioneerde land ter wereld geworden. De wrange constatering is dat Ruslands aanpak voor een belegeringen van steden nauwelijks is veranderd. In Grozny (1995), Aleppo (2016), Marioepol (2022) werden steden tot puin veroordeeld en de inwoners waren vogelvrij verklaard. Copy paste, met hier en daar een marginale aanpassing. De vernietiging in Marioepol heeft veel overeenkomsten met Grozny.
Bibliografie
Primaire bronnen
NGO’s
Amnesty International
Human Right Watch
Rode Kruis
Artsen Zonder Grenzen
Ambassade
U.S Ambassy in Georgia, ‘Russia’s bombardment of Ukraine reminiscent of Nazi Germany during WWII’ (19 april
2022). https://ge.usembassy.gov/russias-bombardment-of-ukraine-reminiscent-of-nazi-germany-during-wwii/
Nieuwsmedia en Kranten
de Volkskrant
Radio Free Europe
APN News
NBC
BBC
Voa News
New York Times
The Kyiv Independent
The Guardian
ITV
Nieuwsberichten en ooggetuigenverslagen
Bachega, H en Khimiak, O., ‘A bomb hit this theatre hiding hundreds – here’s how one woman survived’, BBC (22 maart 2022). https://www.bbc.com/news/world–europe–60835106
Besheer, M., ‘At UN: International Community Demands Russia Stop War; Aid Ukrainians’, VoaNews (24 maart 2022). https://www.voanews.com/a/at–un–international–community–demands–russia–stop–war–aidukrainians/6499698.html
Cathey, L, Nagle, M, Gomez J en Garcia, A., ‘Biden calls Putin a ‘war criminal’ after meeting with troops in Poland’, ABCNews (25 maart 2022). https://abcnews.go.com/Politics/biden–calls–putin–war–criminal–meetingtroops–poland/story?id=83670309
Denisova, K., ‘Gedumpt als afval.” In Marioepol brengen de bezetters de lichamen van lokale bewoners naar een van de supermarkten – adviseur van de burgemeester’, Novostia (vertaald) (29 mei 2022). https://nv.ua/amp/mariupol–okkupanty–svozyat–v–supermarket–tela–pogibshih–sovetnik–mera–50246035.html
‘EU protesteert tegen geweld in Tsjetsjenië’, de Volkskrant (12 januari 1995). https://www.volkskrant.nl/nieuws–achtergrond/eu–protesteert–tegen–geweld–in–tsjetsjenie~b7597d8f/?utm_campaign=shared_earned&utm_medium=social&utm_source=copylink
Karmanau, Y, Schreck, A en Anna, C., ‘Mariupol mayor says siege has killed more than 10K civilians’, APNews (12 april 2022). https://apnews.com/article/russia–ukraine–state–of–the–union–address–zelenskyy–biden–kyiv7cc069b80178629a60f4f2d166348d45
‘Mariupol Maternity Hospital Destroyed By Russian Air Strike, Triggering Global Horror, Outrage’, Radio Free Europe (10 maart 2022). https://www.rferl.org/a/ukraine–mariupol–hosital–bombed–russia/31744934.html
‘Moskou beschuldigd van schenden mensenrechten in Tsjetsjenië’, de Volkskrant (4 januari 1995). https://www.volkskrant.nl/nieuws–achtergrond/moskou–beschuldigd–van–schenden–mensenrechten–intsjetsjenie~bbe2bebd/
´Russia partisan war in Chechnya on the eve of the WWII commemoration´, Human Right Watch (April 1995). https://www.hrw.org/legacy/reports/1995/Russiaa.htm
‘Satellite images show bodies lay in Bucha for weeks, despite Russian claims’, New York Times (4 april 2022). https://www.nytimes.com/2022/04/04/world/europe/bucha–ukraine–bodies.html
Terajima, A., ‘One onslaught, one family, one lucky chance: Surviving Mariupol theater bombing’, The Kyiv Independent (17 april 2022). https://kyivindependent.com/national/one–onslaught–one–family–one–luckychance–surviving–mariupol–theater–bombing/
‘Ukraine civilian deaths thousands higher than official toll, warns UN’, The Guardian (10 mei 2022). https://www.theguardian.com/world/2022/may/10/ukraine–civilian–deaths–higher–official–toll–unwarns#:~:text=The%20head%20of%20the%20UN,add%20significantly%20to%20the%20total.
Wald , J, Klochko, J en Goodwin, A., ‘Torture, deportation and death: The stories bearing witness to the horrors of Mariupol’, ITV (12 mei 2022). https://www.itv.com/news/2022–05–12/torture–deportation–and–death–thestories–of–horror–from–mariupol
Secundaire litertatuur
Dafna, L en Götz, M., “The Next Time Is Now! How Children and Media Professionals Must Respond to Russia’s War in Ukraine”, Journal of children and media Vol. 16, No. 02 (2022).
Dash, P.L., “Russia’s War of Attrition in Chechnya”, Economic and Political Weekly, Vol. 30, No. 07 (1995).
DiPaola, P.D., ‘A Noble Sacrifice? Jus ad Bellum and the International Community’s Gamble in Chechnya’, Indiana Journal of Global Legal Studies Vol. 04, No.02 (1997).
DiPaola, P.D., “The Criminal Time Bomb: An Examination of the Effect of the Russian Mafiya on the Newly Independent States of the Former Soviet Union”, Indiana journal of global legal studies Vol. 04, No. 01 (1996).
Dunlop, J.B., “How many soldiers and civilians died during the Russo-Chechen war of 1994-1996?” Central Asian Survey Vol. 19, No. 03 (2010) 328-338.
Henkin, Y., ‘Un-Guerrilla Warfare’: The History of the Russia–Chechnya War, 1994–1996 (Tel-Aviv, 2004).
Henkin, Y., “From tactical terrorism to Holy War: the evolution of Chechen terrorism, 1995–2004”, Central Asian Survey Vol. 25, No. 01 (2006) 193-203.
Hong, C,. Bai, W., Zheng, Y., Zhang, L., Cheung, T., Su, Z., Jackson, T en Xiang, J.T., “International Collaboration for Addressing Mental Health Crisis Among Child and Adolescent Refugees During the Russia-Ukraine War”, Asian journal of psychiatry Vol.72, No.01 (2022).
Kuzio, T., “Euromaidan revolution, Crimea and Russia–Ukraine war: why it is time for a review of Ukrainian– Russian studies”, Eurasian Geography and Economics Vol. 59, No, 04 (2018) 529-553.
Lavrov, A., The Russian Air Campaign in Syria (juni 2018) 3-5. https://www.cna.org/archive/CNA_Files/pdf/cop2018–u–017903–final.pdf
Lieven, A., Chechnya. Tombstone of Russian Power (Londen 1998).
Mazower, M., Wereldheerschappij. De geschiedenis van een Idee, vert. Rogier van Kappel (Schiedam 2012).
Osborn, A en Nikolskaya, P., ´Russia’s Putin authorises ‘special military operation’ against Ukraine´, Reuters (23 februari 2022).
Oversloot, H., De Verwoesting van Rusland (Amsterdam 2017).
Polišenska, M en Day, B., Czechoslovak Diplomacy and the Gulag. Deportation of Czechoslovak Citizens to the USSR and the Negotiation for Their Repatriation, 1945-1953 (Budapest 2016).