Poetins angst: de gewone man op straat in Moskou, Kyiv en Minsk
Dit artikel schreef ik voor de Jonge Historici: https://www.jhsg.nl/poetins-angst-de-gewone-man-op-straat-in-moskou-kyiv-en-minsk/
Waarom is deze ideologische oorlog met Oekraïne noodzakelijk voor stabiliteit in Rusland zelf?
24 februari 2022 zal de geschiedenis ingaan op eenzelfde manier zoals 11 september de (westerse) veiligheidsorde fundamenteel veranderde. Toen op 24 februari jl. duizenden Russische tanks Oekraïne binnenstormden vond de grootste militaire invasie op het Europese continent plaats sinds 6 juni 1944, de invasie van de geallieerden op Normandië, oftewel D-day. De oorlog in Oekraïne is daarmee met geen enkele andere Europese oorlog te vergelijken sinds de Tweede Wereldoorlog, omdat twee beroepslegers elkaar bevechten. De schattingen zijn dat momenteel bij de gevechten rondom Bakhmut 100 soldaten per dag sneuvelen. De oorlogsdreiging is daarmee sinds 24 februari 2022 terug van weggeweest in Europa. Mensen die leuzen als ‘niet mijn oorlog’ scanderen steken hun kop in het zand.
Ruslands oorlog
Westerse politici zaten met hun handen in het haar toen Poetin zijn quasi-verholen oorlog met Oekraïne als ‘speciale militaire operatie’ wereldkundig maakte. Vermoedelijk omdat het besluit tot deze invasie hun voorstellingsvermogen te buiten ging, ondanks dat Amerikaanse inlichtingendiensten een mogelijke inval in november 2021 voorspelden. Aanvankelijk werd de oorlog ook enkel en alleen op het conto van Poetin geschoven. Zodoende stelde de Duitse bondskanselier Scholz dat dit “Poetins oorlog” was. Sommige politicologen en analisten stelden zelfs dat een confrontatie tussen Rusland en het Westen onvermijdelijk was geworden sinds het begin van Poetin als president van Rusland. Volgens dit deterministische perspectief was deze confrontatie vrijwel onvermijdelijk vanaf Poetins aantreden in maart 2000 als president van de Russische Federatie.
Ander perspectief
Ik ben het oneens met dit deterministische geschiedperspectief, ook wel finalisme genoemd en ik sluit me volledig aan bij de visie van voormalig ambassadeur onder Obama in Moskou, Michael McFaul. McFaul stelt dat er tot 2012 met Poetin goed was samen te werken. Tot Poetins derde termijn als president vanaf de winter van 2011 was Rusland buitengewoon geïnteresseerd in samenwerking met het Westen en zochten de Russische presidenten de confrontatie niet op. Poetin reageerde zelfs onverschillig op de NAVO-uitbreiding van de Baltische Landen in 2004 en zelfs na de Russische invasie in Georgië in 2008 werden er afspraken gemaakt en werkgroepen over kernwapenbeheersing opgericht. In 2010 stelde Rusland zelf dat de confrontatie tussen Rusland en de NAVO in de geschiedenisboeken behoorde.
NAVO gedoogde agressie in Tsjetsjenië en Georgië
Ik stel daarom dat Poetin in zekere zin de lijn van zijn voorganger Boris Jeltsin heeft voortgezet. President Jeltsin zette namelijk in de jaren ’90 het mes in de Russische democratie door allereerst politieke tegenstanders te intimideren en af te persen en vervolgens door vanaf januari 1994 een ‘speciale militaire operatie’ in de autonome regio Tsjetsjenië te beginnen. Poetin ging op dezelfde voet door als zijn voorganger Jeltsin: het ondermijnen van de Russische democratie. Sinds de oorlog in Oekraïne begon op 24 februari 2022 (volgens de Oekraïners zijn ze al sinds maart 2014 in oorlog met Rusland), is de vraag bij westerse analisten ontstaan waarom Rusland de samenwerking met het Westen opeens heeft afgebroken. De realiteitszin ontbreek bij deze analyse, omdat de samenwerking tussen Rusland en het Westen juist goed mogelijk was doordat de NAVO-landen Russische agressie in Tsjetsjenië en Georgië in feite gedoogden.
Prima samenwerking
Tussen 1991 en 2012 waren er voortdurend crises tussen Rusland en de NAVO, maar deze crises waren altijd oplosbaar onder Jeltsin, Medvedev en Poetin. Steeds werd de pragmatische internationale samenwerking voortgezet nadat de crisis voorbij was. Dit gebeurde bijvoorbeeld na de Kosovocrisis in 1999, de Irakoorlog in 2003 en zelfs na Ruslands militaire ingrijpen in Georgië in 2008. Hoewel zelfverklaarde realisten zoals hoogleraar John Mearsheimer de NAVO-uitbreidingen tot belangrijke keerpunten bombarderen, reageerde Poetin in 2004 onverschillig op de NAVO-uitbreiding van de Baltische Landen en de ‘NAVO-expansie.’ Zelfs nadat Poetin in 2007 zich op de veiligheidsconferentie in München fel uithaalde naar de Amerikaanse buitenlandse politiek en nadat Rusland een jaar later militair ingreep in Georgië, werd de pragmatische samenwerking met het Westen als vanouds voortgezet. Dit werd belichaamd door de ‘reset’ van Obama met toenmalig president Medvedev. Werkgroepen voor kernwapenbeheersing werden opgericht, nucleaire non-proliferatieverdragen getekend en twee derde van de Russische bevolking beschouwde de Verenigde Staten zelfs als een bevriende staat, concludeerde het doorgaans betrouwbare peilbureau Levada Centre. Hoewel Medvedev op papier president was, kon hij niks ondertekenen zonder goedkeuring van Poetin. De reset van de Rusland-Amerika-relaties was volgens analisten in 2009 een daverend succes. Vanuit die internationale samenwerkingscontext van 2009 kan je dus moeilijk de radicale breuk van Rusland met ons, het Westen, verklaren en het is kijken met de kennis van nu als je stelt dat een ideologische confrontatie met Poetin onvermijdelijk was.
Radicaal breekpunt
Toch bestaat het frame dat samenwerking met Rusland simpelweg onmogelijk was sinds Poetins aantreden in het jaar 2000 als president. Poetin zou altijd al op zoek zijn geweest naar confrontatie en dat de NAVO-uitbreiding de katalysator was van de confrontatie. Deze redenering kan wat mij betreft de samenwerking na de NAVO-uitbreidingen van 1999 en 2004 onmogelijk verklaren. Daarom is mijn stelling dat de confrontatie tussen Rusland en het Westen ontstond door binnenlandse factoren in Rusland. Toen Poetin in 2012 werd herkozen vond er namelijk een demonstratiegolf in Rusland plaats die de legitimiteitsbasis van Vladimir Poetin ter discussie stelde. De enige oplossing die Poetin zag om zijn macht te stabiliseren, was om de pragmatische samenwerking met het Westen te vervangen door hernieuwd vijanddenken en een confrontatiepolitiek met het Westen. De demonstraties waren namelijk geen Russische maar ‘Amerikaanse demonstraties’. De demonstranten zouden zijn betaald door de CIA. Met dit frame zocht Rusland de confrontatie met het Westen op. De middenklasse in Rusland had in de periode 2000-2011 enorm geprofiteerd van de door Poetin gecreëerde welvaart, maar het was juist deze groep die in 2012 tegen Poetin in opstand kwam. Zij eiste vrije media en vrije verkiezingen en Poetin wilde dit niet verlenen. Poetins beleid gericht op stabiliteit en economische groei was vanaf dat moment failliet en dus koos Poetin voor de confrontatie met het Westen.
Het was dus de demonstratiegolf in Rusland zelf in december 2011 die het radicale breekpunt met het Westen vormt, niet Poetins aantrede als president in 2000, niet de NAVO-uitbreidingen, niet de annexatie van de Krim en zelfs niet de inval in Oekraïne in februari 2022. Sinds 2012 zoekt Rusland de confrontatie met het Westen op omdat Rusland obsessief een vijand nodig had waartegen ze zich kan afzetten en de Verenigde Staten vormt daarbij de perfecte tegenpool. De uitwerking hiervan is nu in Oekraïne duidelijk zichtbaar en eigenlijk ook al met de oorlog in Syrië.
Vijanddenken
Terug naar het jaar 2000. Poetin had bepaalde vrijheden van de Russen afgenomen in ruil voor stabiliteit en economische groei. Maar vanaf 2011-2012 trof Poetin een heel ander Rusland aan dan toen hij in 2000 aan de macht kwam: een bevolking die geïnspireerd was door de Arabische Lente, waar hij ook de hand van de CIA in zag. De demonstratiebeweging in Rusland eiste verandering na de zoveelste verkiezingsfraude in Rusland. Dit was het ultieme schrikbeeld voor Poetin: dat uitgerekend zijn eigen achterban tegen hem in opstand kwam. Sindsdien waarschuwt Poetin voor staatsgrepen vanuit het Westen in Rusland en moet Rusland zich wapenen tegen zulke buitenlandse gevaren! Alleen een sterke leider kan Rusland voor zulke gevaren behoeden. Zo probeerde Poetin zijn legitimiteit in eigen land te herdefiniëren. In Poetins visie waren de Verenigde Staten de vijand van Rusland, maar opiniepeilingen in juli 2012 lieten zien dat zestig procent van de Russen de Verenigde Staten toen nog als een bevriend land zag. Poetin moest dus een agressieve antiwesterse campagne opzetten om de Russen ervan te overtuigen dat het Westen en de Verenigde Staten in het bijzonder de echte vijand van Rusland waren. De aanleiding voor de breuk tussen Rusland en het Westen was mijns inziens dus een demonstratiegolf in Rusland en niet de NAVO-uitbreiding zoals sommigen ons willen laten geloven.
Doorstart van de Koude Oorlog
De ambassadeur in Rusland onder Obama, Michael McFaul, bevestigt dit punt als ooggetuige en stelt dat het vanaf Poetins derde termijn (2012-2018) leek alsof de Koude Oorlog een doorstart had gemaakt. Er klonk vurige anti-Amerikaanse retoriek die in feite van de ene op andere dag begon en tot op de dag van vandaag niet meer is opgehouden. Sterker nog, die antiwesterse retoriek radicaliseerde gestaag. Afgeven op het Westen gebeurde ook al wel eerder, tijdens voorgaande crises, maar dat was steeds een tijdelijk fenomeen. Vanaf 2012 was de anti-Amerikaanse retoriek opeens permanent aanwezig. Moskou beschuldigde Washington van betrokkenheid bij de demonstratiegolf in de grote steden, en achtte de samenwerking met het Westen niet langer wenselijk. Vervolgens zette Rusland zich af tegen de liberale wereldorde. Poetin verklaarde dat Europeanen hun traditionele waarden waren verloren door te dwepen met het homohuwelijk en de emancipatie van vrouwen in de bestuurskamers klakkeloos te accepteren. Dit zou de ‘traditionele waarden in Rusland indirect bedreigen.’ Hoewel dit vergezocht en wat warrig klinkt, was deze antiwesterse propaganda op de lange termijn zeker succesvol. Toen de huidige oorlog in Oekraïne net was begonnen, bleek eind maart 2022 dat ongeveer 70 procent van de Russen achter Ruslands ´speciale militaire operatie´ stond, volgens het onafhankelijke Russische peilbureau Levada Centre. Deze peiling staat dus in schril contrast met die eerdere peiling uit 2012 dat 60 procent van de Russen vond dat Amerika een bevriende natie van Rusland was.
Post-Sovjet-syndroom
Wat er in 2012 in Rusland gebeurde, heeft alles te maken met het zogenaamde ‘post-Sovjet-syndroom’. Sinds het uiteenvallen van de Sovjetunie in 1991 waren de meeste voormalige Sovjet-landen er langzamerhand in geslaagd om de transitie te maken van een marxistische naar een vrije markteconomie. In de meeste voormalige Sovjet-landen had echter nog geen democratische transitie plaatsgevonden. Het autoritaire en corrupte karakter vanuit de oude Sovjetunie bleef daarmee gewoon voortbestaan en dit wordt aangeduid als het post-Sovjetsyndroom.
In Oekraïne werd dit systeem ter discussie gesteld nadat er fraude bij de verkiezingen in 2004 werd gepleegd en er een hertelling werd geëist door duizenden inwoners uit Kyiv. Deze volkskopstand wordt de Oranjerevolutie genoemd en omdat vergelijkbare demonstraties ook in andere Oost-Europese landen plaatsvonden, duidt Rusland dit transnationale fenomeen aan als Kleurenrevoluties. Doordat in Oekraïne de bevolking in opstand kwam en een hertelling eiste, bleek niet de pro-Russische Janoekovitsj, maar de pro-Westerse Joesjtsjenko de verkiezingen te hebben gewonnen.
Pro-Russische identiteit afzweren
Veiligheidsdeskundige over Oekraïne, Taras Kuzio, stelt dat landen als Georgië en Oekraïne met die Kleurenrevoluties hun pro-Russische identiteit afzwoeren en massaal kozen voor een westerse georiënteerde samenleving én identiteit. De zittende pro-Russische regeringen werden door de bevolking weggestemd. Als de zittende machthebbers weigerden hun macht af te staan, werden ze daadwerkelijk afgezet door een democratisch gezinde opstand. Exemplarisch hiervoor is Oekraïne: met de hertelling werd Joesjtsjenko als president uitgeroepen. Hierdoor veranderde ook de geopolitieke oriëntatie van Oekraïne, omdat de nieuwe regering toenadering tot het Westen zocht. De nieuwe Oekraïense politici toonden zich niet langer onvoorwaardelijk loyaal aan Moskou.
Bang voor het Oranjevirus
Rusland interpreteerde deze volksopstand echter totaal anders. Volgens Rusland kon het niet anders dan dat de Oranjerevolutie vanuit het buitenland was gecreëerd. Ruslands Minister van Buitenlandse Zaken Ivanov waarschuwde voor het zogenaamde ‘oranjevirus’, waarmee hij de Oranjerevolutie aanduidde. Dit was kenmerkend voor Ruslands reactie: Rusland ontkende simpelweg dat Oekraïners zelf de straat opgingen en veronderstelde dat de revolutie enkel mogelijk was door buitenlandse steun. Het liet voor het eerst zien dat Moskou bevreesd was voor dit ‘oranjevirus’, oftewel democratische revoltes in de voormalige Sovjetunie, omdat het potentieel zou kunnen overwaaien naar Rusland.
Domino-effect
Politicoloog en voormalig adviseur van het Kremlin, Sergei Markov, illustreerde dit gevaar voor een domino-effect in 2004 treffend. Hij stelt dat er sprake is van een postmoderne staatsgreep. “Niet langer worden staatsgrepen door het leger en veiligheidsdiensten uitgevoerd, maar onder de dekmantel van een volksopstand. Deze nieuwe vorm van staatsgrepen heeft zich verplaatst naar het publieke domein”. Het doel is volgens Markov dat de desbetreffende staat een geopolitieke ommezwaai maakt, maar dat deze revolutie wordt gelegitimeerd omdat het lijkt op een volksopstand. Ook dit laat treffend zien hoe Rusland naar de Oranjerevolutie keek: als een Amerikaanse staatsgreep. Het Russische voorstellingsvermogen gaat eraan voorbij dat Oekraïners autonoom in opstand kunnen komen vanwege verkiezingsfraude en corruptie tegen de zittende pro-Russische machthebbers in Oekraïne.
Rusland werd bevreesd voor hetzelfde waar westerse landen in de Koude Oorlog bang voor waren: het domino-effect. Als er één postsovjet land omviel, dan zouden de omliggende landen snel volgen. Oftewel, als Oekraïne erin zou slagen om een goed functionerende democratie op te richten, de corruptie te bestrijden en economische groei te realiseren, dan zouden die ontwikkelingen op termijn Poetins corrupte regime in gevaar kunnen brengen. Immers, dan zou de Russische bevolking kunnen gaan twijfelen aan het belang van een sterke leider. Buitenlandse investeringen en Russische bedrijven zouden zich vervolgens liever in Oekraïne dan in Rusland vestigen. Rusland meent dat Noord-Kazachstan, Moldavië, Belarus en Oekraïne met Rusland de kern van de Russische identiteit vormen. Daarom ziet Rusland het als een bedreiging als een democratische transitie binnen deze geclaimde invloedssferen zou slagen.
Nachtkaars
Gelukkig voor Rusland beloofde de Oranjerevolutie in Oekraïne veel, maar kwam er in de praktijk weinig van terecht. De nieuwe leiders van de Oranjerevolutie vochten elkaar de tent uit, beschuldigden elkaar van corruptie, en belandden zo in LPF-achtige toestanden. Oranjerevolutie-president President Joesjtsjenko werd in 2010 bij de eerste ronde verslagen door zijn eigen premier Tymosjenko. Hierdoor kon Janoekovitsj, de pragmatische conservatief-autoritaire leider, zich als stabiel alternatief voor het land presenteren en werd in 2010 als president gekozen. De Oranjerevolutie vormde dus aanvankelijk een bedreiging voor Rusland, maar omdat de nieuwe leiders het niet eens konden worden over de koers ging de revolutie uit als een nachtkaars, en kon het Ruslands corrupte systeem nooit echt uitdagen.
De klok terug zetten
In 2014 volgde een nieuwe revolutie in Oekraïne, de Maidanrevolutie. Deze liet alsnog zien dat ook zonder absolute macht economische groei prima mogelijk is. Als de Russen zich zouden realiseren dat het Oekraïense systeem efficiënter, effectiever en economisch succesvoller is, zou het een gevaar voor Poetin vormen. Om die reden probeerde Rusland ook de Maidanrevolutie in Oekraïne de nek om te draaien door de Krim te annexeren en het land in een oorlog te storten. Dat leek echter niet te werken en dus besloot Rusland om op 24 februari 2022 Oekraïne middels haar ‘speciale militaire operatie’ binnen te vallen. Het doel voor Rusland is dus om de Oekraïense democratisering te stoppen en niet om een potentieel NAVO-lidmaatschap van Rusland tegen te werken. Rusland ziet het dus van groot belang om de verspreiding van democratieën in de voormalige Sovjetunie een halt toe te roepen. Rusland probeert met andere woorden wanhopig de klok terug te zetten met haar ‘militaire interventies in Kazachstan in januari 2022 en in Oekraïne in februari 2022 om zodoende te voorkomen dat er een domino-effect kan ontstaan in eigen land. Poetin vreest de kritische burger meer dan de NAVO.
Nucleaire dreigementen
Sinds de oorlog in Oekraïne is de focus in de Russische talkshows sterk gelegd op de potentiële inzet van kernwapens. Westerse analisten die Rusland op de voet volgen weten echter dat in Russische talkshows door het Kremlin al jarenlang met kernwapens wordt gedreigd. Sterker nog, er is sprake van een opmerkelijke continuïteit rondom deze dreigementen. In 2015 dreigde Poetin expliciet nucleaire wapens in te zetten tegen de Baltische landen. In 2016 schond Rusland meerdere malen het NAVO-luchtruim en dreigde ze zelfs nucleaire wapens in te zetten tegen Deense oorlogsschepen. Vóór 24 februari 2022 kreeg deze (nucleaire) intimidatie van zowel de Russische propagandisten als van Poetin zelf veel minder aandacht en belandde zo’n nieuwsbericht vaak in een achtergrondkatern bij de landelijke kranten.
Niet in de kaart spelen
Ook de Verenigde Staten, die Ruslands nucleaire activiteiten goed monitoren, erkennen dat ze geen verschil zien qua nucleaire activiteiten van Rusland sinds februari 2022, ondanks dat Poetin een paar dagen na de invasie stelde de nucleaire wapens in paraatheid werden gesteld. Toch zijn er analisten, zoals Rob de Wijk, Koude Oorlogshistoricus Sergey Radchenko en Fiona Hill, die vrezen dat Poetin naar kernwapens zou grijpen in Oekraïne als Poetin vreest zijn macht te verliezen, doordat hij de oorlog niet langer zou kunnen winnen. Ik ben het daarmee oneens en onderschrijf de analyse van senior geopolitiek analist Isa Yusibov. Hij stelt dat dit juist een argument is waarom Poetin géén kernwapens zal inzetten, omdat dan waarschijnlijk Poetin zijn macht in Rusland verliest. De inzet van een kernwapen zal een felle reactie vanuit Rusland én vanuit de NAVO oproepen en dat is juist een argument voor Poetin om geen kernwapens in te zetten. Met andere woorden: Rusland dreigt al jaren met kernwapens en Ruslands kernwapenbereidheid wordt in mijn ogen in het Westen overschat en dat speelt Poetin in de kaart.
Onze oorlog
Rusland beweert dat ze vecht tegen het collectieve Westen met de oorlog in Oekraïne. Voor Rusland zijn wij samen met Oekraïne satanisten die de Russische traditionele waarden bedreigen. Rusland vreest namelijk niet de NAVO, maar dat haar autoritaire systeem door voormalige Sovjetlanden wordt afgewezen en dat de Russische bevolking dat uiteindelijk ook doet. Precies om die reden ziet Poetin de ontwikkeling van een democratische samenleving aan zijn landsgrenzen als een potentieel gevaar. De angst voor een domino-effect is in het Kremlin groot als blijkt dat andere voormalige Sovjetrepublieken helemaal geen sterke leider nodig hebben om economisch, militair en bestuurlijk succesvol te zijn. Daarom ziet Vladimir Poetin het in zijn eigen belang om de prille democratie in Oekraïne de nek om te draaien. Die maximalistische doelstellingen van Poetin zouden het Westen niet langer mogen negeren. Daarom is dit wel degelijk onze oorlog: Poetins Rusland wil immers de internationale, democratische rechtsorde omver werpen. Wij betalen de kosten van de oorlog met onze boodschappen en energierekening, Oekraïners betalen de kosten met mensenlevens.