Poetins grootste probleem is niet de NAVO
Dit is een re-post van mijn gastessay voor EW Podium op 12 januari 2022.
Rusland staat onder druk. President Poetin wijst naar de opdringerige NAVO, maar al sinds het einde van de Koude Oorlog blijken de buitenlandse interventies van Rusland eerder samen te hangen met binnenlandse perikelen. De spanning tussen Rusland en het Westen komt voort uit gebroken beloftes van de NAVO, aldus Vladimir Poetin. Maar die relatie was niet altijd zo slecht. Dit blijkt uit vertrouwelijke gesprekken die de toenmalige leiders Boris Jeltsin en Bill Clinton voerden tussen 1995 en 1997 en die de Clinton-bibliotheek in 2017 heeft vrijgegeven. Jeltsin, en aanvankelijk ook Poetin, wilde dat Rusland lid zou worden van de NAVO. Rusland steunde ook ruimhartig de militaire operaties van Washington in Afghanistan. En toen Roemenië in 2002 lid werd van de NAVO, leidde dit niet tot toenemende spanningen. Sterker nog: Poetin zette partijgenoten die hier kritisch over waren onder druk.
Hoe kon tussen toen en nu de relatie tussen Rusland en het Westen veranderen in een herleving van de Koude Oorlog? Deze haat-liefdeverhouding tussen Rusland en het Westen heb ik in kaart gebracht voor mijn scriptieonderzoek, waarin ik naga hoe binnenlandse en buitenlandse factoren Rusland hebben beïnvloed in zijn houding tegenover de NAVO en haar lidstaten.
Vrede en optimisme na de Koude Oorlog
De val van de Sovjet-Unie leidde in het Westen tot vreugde en optimisme omdat de Koude Oorlog voorbij was. De heersende gedachte was dat democratisering en vrijhandel zouden leiden tot wereldvrede. Het was niet de vraag óf, maar hóe Rusland een parlementaire democratie zou worden. Er werd van de Russen verwacht dat zij net als ‘wij’ zouden worden. Maar in Rusland waren de jaren negentig juist een periode van chaos. In 1992 kwamen vermoedelijk miljoenen Russen zonder gas en licht te zitten, doordat Rusland het onderhoud aan de energiecentrales niet meer kon opbrengen. Alsof dat nog niet erg genoeg was, begon oud-vicepremier Alexander Roetskoi in oktober 1993 een afzettingsprocedure tegen president Jeltsin. Een maand later leidde dezelfde Roetskoi een bezetting van het Russische parlement, toen de impeachmentprocedure geen tweederde meerderheid haalde. Op bevel van Jeltsin nam het Russische leger vervolgens het bezette parlement onder schot. Rusland stond op de rand van een burgeroorlog. Dit was de situatie waarin Jeltsin te horen kreeg dat de NAVO zou gaan uitbreiden.
De heikele positie van Boris Jeltsin
In oktober 1993 had Jeltsin nog een brief gestuurd aan het Amerikaans Congres waarin stond dat de NAVO-uitbreiding zou leiden tot meer steun voor de radicale nationalisten in Rusland. Toen Clinton in 1996 binnenskamers aan de Russische president vertelde dat de NAVO toch ging uitbreiden, sloeg dit bij Jeltsin in als een bom. De Russische regering kreeg steeds meer het gevoel dat haar mening irrelevant was en dat haar relatie met de NAVO blijkbaar was gebaseerd op het hiërarchische overwicht van Washington.
Daar kwam in 1996 nog eens een hard verwijt bij van oppositieleider Gennadi Zjoeganov, die nationalisme en bolsjewisme met elkaar vermengde: tijdens de presidentsverkiezingen van 1996 zou Jeltsins minister van Buitenlandse Zaken de Russische geopolitieke belangen hebben verkocht voor een zetel in de G8. Jeltsin won weliswaar de verkiezingen, maar zelfs pro-westerse Russen als de politiek econoom Anatoly Chubais, die voorheen de Russische integratie met het Westen bepleitte, opende de aanval op Jeltsin: ‘Je lijkt wel te denken dat we blind en doof zijn. Je kunt een tank roze verven en in je tuin neerzetten. Het is en blijft een tank.’ De Verenigde Staten hadden immers gezegd dat de NAVO-uitbreiding niet tegen Rusland was gericht, terwijl bijvoorbeeld de Poolse media Rusland steevast als een gevaar schetsten. Hierdoor had Jeltsin geen andere keus dan meebewegen met de binnenlandse consensus: de NAVO-uitbreiding moest koste wat kost worden voorkomen.
Antiwesterse propaganda na binnenlands gezagsverlies
Ook aan de huidige burgeroorlog in Oekraïne ging een Russische, binnenlandse omwenteling vooraf. Bij de eerste twee presidentstermijnen van Poetin, van 2000 tot 2008, genoot hij in eigen land massale volkssteun. Maar zijn derde herverkiezing in 2012 leidde tot grote demonstraties op het Rode Plein. De Amerikaanse ambassadeur onder Barack Obama, Michael McFaul, stelt dat er vanaf december 2011 een nieuwe Koude Oorlog uitbrak: Russische politici en media gingen Washington betichten van allerlei satanistische samenzweringen. De demonstraties in Moskou zouden een poging zijn van de Verenigde Staten om Poetin van zijn macht te beroven. Maar zelfs toen de demonstraties allang waren verboden, en veel demonstranten veroordeeld, ging de antiwesterse propaganda door.
Poetins ingrijpen in Oekraïne hangt samen met binnenlandse belangen
De democratisering van Oekraïne was een nieuwe bedreiging voor Poetins regime. Toen Rusland in maart 2014 de Krim annexeerde, bleek het effect van de antiwesterse propaganda. Poetin had met zijn militaire interventie op de Krim de oppositie voor voldongen feiten gesteld. In juni 2012 steunde slechts 59 procent van de Russen Poetins beleid, in juni 2014 was dit gestegen tot 86 procent. Massale steun dus voor Poetin, zelfs bij oppositieleider Navalny en andere critici. Opeens was Poetins legitimiteitscrisis als sneeuw voor de zon verdwenen, want hij had Rusland verenigd tegen een externe vijand. De antiwesterse propaganda die sinds 2012 dagelijks op de Russische televisie klonk, had het gewenste effect. De directe aanleiding voor Ruslands ingrijpen in Oekraïne was de Maidanrevolutie van november 2013 tot februari 2014. Een nog democratischer Oekraïne was een gevaar voor Poetin, die vreesde dat de revolutie kon overwaaien naar Rusland – en dat zou een directe bedreiging zijn geweest voor zijn autoritaire bewind. Zulke argumenten spelen vermoedelijk ook een rol in de huidige crisis.
De rol van de Russische binnenlandse politiek is niet te onderschatten
Het moge duidelijk zijn dat Ruslands antiwesterse houding en zijn militaire interventies over de grens, zowel in heden als verleden, dikwijls samenhangen met binnenlandse politieke verhoudingen. Dit is een belangrijk inzicht om de Rusland-Amerika-top van deze week (9 januari) in Genève, waar ook de Europese veiligheid wordt besproken, op waarde te kunnen schatten. De Russische kritiek op de NAVO-uitbreiding in 1996-1999 en de oorlog in Oekraïne in 2014 laten immers duidelijk zien dat de verandering zich eerst voltrok in Ruslands binnenlandse politiek en daarna pas zichtbaar werd in zijn buitenlandpolitiek. Bij de annexatie van de Krim werd dit vooral duidelijk toen bijna 90 procent van de Russen deze interventie steunde. Poetin versterkte zijn machtsbasis door onrust te stoken in het buitenland. Door de binnenlandse politiek in Rusland in de gaten te houden, weten we beter hoe de vlag erbij hangt in Poetins houding naar het buitenland.
Correctie: dit artikel werd geschreven zonder kennis over de oorlog in Oekraïne die ruim een maand later zou beginnen.