Spoken uit het verleden: onderdrukte stemmen uit Praag en Warschau

Sinds Ruslands ‘speciale militaire operatie’ in Oekraïne en eigenlijk ook daarvoor hoor je het vaak: “De NAVO had nooit naar het oosten mogen uitbreiden.” Waarom eigenlijk niet? Het klopt dat voormalig stafchef van George Bush sr., James Baker, aan Gorbatsjov tijdens een lopend gesprek van 9 februari 1990 had gezegd dat de NAVO niet oostwaarts zou uitbreiden. Maar, dat was in 1990 en de tijd staat niet stil. Bovendien in hoeverre was dit echt een belofte en werd deze uitspraak wel door alle NAVO-landen gesteund? In het debat over de NAVO-uitbreiding komt veelal het Russische perspectief naar voren. Een perspectief vanuit Polen of Tsjechië ontbreekt veelal. Waarom wilden Polen en Tsjechië lid worden van de NAVO? Wat weten we nu eigenlijk echt over hun motivatie om zich in 1999 bij de NAVO aan te sluiten?

Vage beloftes

Op 9 februari 1990 spraken James Baker, de stafchef van George Bush, en Michael Gorbatsjov elkaar. Het gesprek betrof de hereniging van Duitsland. Hierin werd vooral besproken hoe een herenigd Duitsland zich militair moest verhouden tot de NAVO en tot het Warschaupact. Mocht Duitsland zijn eigen militaire organisatie opbouwen of niet? Gorbatsjov was beducht voor een onafhankelijk Duitsland: met de kennis van de Vrede van Versailles na de Eerste Wereldoorlog, was er zelfs in 1990 nog steeds vrees voor revanchistisch Duitsland. Duitsland als nucleaire mogendheid zou daarom erg slecht vallen in Moskou.

Veel mensen herinneren zich deze conversatie echter als ‘het gesprek waarin de Verenigde Staten beloofden dat de NAVO niet naar het Oosten zou uitbreiden.’ Toch zit het veel complexer in elkaar.  Wat allereerst belangrijk is om te vermelden, is dat vrijwel iedereen binnen de NAVO en ook in Moskou in februari 1990 er nog vanuit ging dat zowel het Warschaupact als de Sovjetunie zouden voortbestaan na de Duitse hereniging.

 

Beloftes aan de Sovjetunie?

Jevgeni Primakov, de Minister van Buitenlandse Zaken van Rusland van 1996 tot 1999, was destijds directeur van het Instituut van Internationale Relaties. Nadat Gorbatsjov en Baker met elkaar spraken moest Gorbatsjov dit terugkoppelen aan het Politburo. Primakov was daar als directeur van het Instituut ook bij aanwezig. Primakov stelt in zijn memoires dat het onmiddellijk duidelijk was dat de Duitse hereniging een onomkeerbaar proces was. De vraag was alleen hoe. Voor de Sovjetunie was een nucleair en militair onafhankelijk Duitsland onaanvaardbaar en daarom was het beter dat een herenigd Duitsland binnen de grenzen van de NAVO zou opereren, daar waren de beleidsbepalers van het Politburo het over eens.

Verschillende geluiden

Vervolgens kwamen de toezeggingen vanuit Europa en de Verenigde Staten op tafel. Primakov schreef in zijn memoires hier het volgende over: “Het probleem dat we zagen was dat er binnen het NAVO-bondgenootschap verschillende garanties, beloftes en uitspraken werden gedaan.” Vanuit Parijs en Londen klonken er namelijk andere geluiden. De Britse premier Margret Thatcher zei bijvoorbeeld dat ze geen aanleiding zag dat de NAVO oostwaarts zou uitbreiden en de Franse president Mitterrand stelde dat de nucleaire en militaire capaciteiten van de NAVO het territorium van Oost-Duitsland niet zouden betreden. Maar Baker ging een stap verder door een potentiële NAVO-uitbreiding naar het Oosten uit te sluiten. Vandaar dat er zelfs in Moskou twijfel bestond in hoeverre Baker namens Washington sprak en hoe deze garanties moesten worden geïnterpreteerd. Primakov betreurt daarom dat er destijds geen moeite werd gedaan om een van deze toezeggingen in een verdrag vast te leggen, te meer omdat regeringsleiders uit Londen, Parijs, West-Berlijn en Washington verschillende statements maakten. Wellicht had dit mogelijk misverstanden en spanningen kunnen wegnemen en vertrouwen kunnen kweken, stelde Primakov in maart 2000. De denktank Carnegie stelde in 2019 dat Rusland dit wellicht wel als ‘bedrog’ zou kunenn hebben gezien. Zie hun grafische visualisatie hieronder, waarin de ontwikkeling van de NAVO te zien is.

Een draai van het Westen?

Volgens Primakov (als Minister van Buitenlandse Zaken) en ook volgens andere Russische politici uit de jaren negentig, heeft vooral Washington vervolgens een draai gemaakt door Centraal-Europese landen toe te laten tot de NAVO in maart 1999. Hierbij wordt wat mij betreft een belangrijke stap overgeslagen: landen als Polen en Tsjechië waren onafhankelijk en mochten zelf hun allianties kiezen. Primakov is buitengewoon kritisch over hoe Washington omging met Ruslands kritiek op de NAVO-uitbreiding. Volgens Primakov ging het slechts om de vraag hoe de NAVO zou uitbreiden en niet of ze zou uitbreiden. “Onze positie deed er simpelweg niet toe.” Voor de Verenigde Staten waren er alleen maar voordelen om de NAVO uit te breiden naar het oosten, omdat ze daarmee enerzijds hun afzetmarkt en anderzijds hun invloed in Europa konden vergroten, zo schreef Primakov in zijn memoires.

Ook Boris Jeltsin was witheet toen hij door kreeg dat de NAVO-uitbreiding onomkeerbaar was. Op 21 maart 1997 toen Jeltsin en Clinton elkaar fysiek in Finland spraken, eiste Jeltsin dat de Verenigde Staten Rusland moesten garanderen dat geen enkel land uit de voormalige Sovjetunie in de toekomst NAVO-lid zou worden. Clinton wees dit rigoureus van de hand, waarop Jeltsin woedend stelde dat het toenemende antiamerikanisme in Rusland en een mogelijk nieuw ijzeren Gordijn in Europa volledig aan Clinton te wijten was. Dit incident laat zien dat ook in de jaren negentig de NAVO-uitbreiding tot spanning leidde.

Zorgen in Centraal-Europa

Hoewel ik kan begrijpen dat in Rusland de NAVO-uitbreiding heel erg slecht viel, vind ik niet dat Rusland enige zeggenschap kon hebben over de NAVO-uitbreiding van onder andere Polen. Na de val van de Sovjetunie wilde Rusland zo snel mogelijk terugkeren als grootmacht en wilde haar invloed terugwinnen in haar voormalige satellietstaten, minus Oost-Duitsland. De NAVO-uitbreiding ondermijnde Ruslands ambitie ok haar grootmachtstatus te kunnen herstellen. Maar Moskou kon uiteraard niet zomaar een veto uitspreken wie wel en geen lid mocht worden van de NAVO, omdat dit fundamenteel in zou gaan tegen de pas herwonnen onafhankelijkheid van bijvoorbeeld Polen die zelf haar bondgenoten mocht uitkiezen. Bovendien zou het honoreren van Bakers woorden (dat de NAVO niet oostwaarts zou uitbreiden) in theorie ronduit onuitvoerbaar worden. Dat zou immers betekenen dat bijvoorbeeld landen als Ierland en Mexico wel tot de NAVO zouden mogen toetreden, maar voormalig satellietlanden van de Sovjetunie niet, zoals bijvoorbeeld Tsjechië en Polen. Bovendien was het geen daadwerkelijk belofte van de NAVO, maar enkel een toezegging van Baker die hierin niet gesteund werd door andere NAVO-landen.

Russisch inlevingsvermogen ondermaats

Volgens Primakov was de wens van onder andere Polen om tot de NAVO toe te treden een simpel gevolg ‘van hun nieuwe Europese identiteit.’ Wat mij betreft hebben we daarmee de kern van het probleem te pakken: het Russische inlevingsvermogen. Rusland kon het zich simpelweg niet voorstellen dat landen die eeuwenlang onderdeel hebben uitgemaakt van het Russische imperium bescherming zochten bij de NAVO voor een eventuele aanval door Rusland. Dit chronische gebrek aan inlevingsvermogen maakte dat Rusland in feite al haar kritiek uitte op de Verenigde Staten. Rusland kreeg het gevoel dat Washington, Ruslands voormalige satellietstaten tot toetreding dwong, maar in feite zochten landen als Polen die eeuwenlang gebukt gingen onder het Russische én Sovjetimperialisme bescherming tegen Rusland. In tegenstelling tot West-Europa, waren vooral Ruslands buurlanden buitengewoon cynisch over de Russische ‘liberalen’ die hun imperialisme allesbehalve hadden afgezworen, zo klonk het vanuit Praag en Warschau. Hun analyse was zeker niet uit de lucht gegrepen, want in januari 1994 trokken Russische troepen een deel van Tsjetsjenië binnen.

 Zeggenschap over een ex-partner?  

Indien de NAVO Ruslands eisen had ingewilligd, dan had de NAVO de facto ingestemd met de wereld in te delen in primaire en secundaire landen. Zijn de veiligheidsbelangen van Polen namelijk minder waard dan die van Rusland? Sterker nog, waarom zou Rusland überhaupt iets mogen zeggen of Polen en Tsjechië lid mochten worden van een veiligheidsorganisatie? Het is alsof jij, nadat je bent gescheiden, nog altijd het laatste woord zou hebben met wie jouw ex-partner uitgaat. Klinkt dit raar? Rusland eiste in feite wel dat de NAVO-uitbreiding werd afgeblazen.

Veiligheidszorgen

Midden jaren negentig namen de veiligheidszorgen in Praag en Warschau toe. In januari 1994 vielen Russische troepen de ‘afvallige’ Tsjetsjeense republiek binnen. De Tsjetsjeense president Doedajev had een paar maanden daarvoor de onafhankelijkheid uitgeroepen: Tsjetsjenië als zelfstandig land. De Tsjetsjeense hoofdstad Grozny werd daarop in 1995 door Russische troepen met de grond gelijkgemaakt. De wrede oorlogsmisdaden die in Grozny gepleegd werden, deden de Tsjechen terugdenken aan de Praagse Lente. Langzamerhand daalde het besef in bij de Visgrádlanden halverwege de jaren ’90 dat het nu of nooit was om tot de NAVO toe te treden, doodsbang dat anders hun land als volgende aan de beurt zou zijn om rücksichtslos onder de voet gelopen te worden door Rusland.

Effectieve voelsprieten

Dit essentiële element in de discussie over het proces van de NAVO-uitbreiding, wordt wat mij betreft onvoldoende benadrukt in de verschillende publicaties. Ik kan me goed voorstellen dat Rusland de NAVO-uitbreiding betreurde en misschien hebben ze zelfs de woorden van Baker als een belofte geïnterpreteerd. Maar in Centraal-Europa waren er oprechte zorgen over het toenemende Russische imperialisme. Het waren niet dat de Verenigde Staten, maar de Centraal-Europese landen zelf die het NAVO-lidmaatschap aanvroegen. Uiteindelijk bleken Tsjechië en Polen het bij het juiste eind te hebben. Sinds 1993 waarschuwen Praag en Warschau al voor het toenemende Russische imperialisme. De NAVO had wellicht beter naar hen moeten luisteren: Oekraïne betaalt daar nu de prijs voor.