In april 1945 kwamen diplomaten uit 50 landen bijeen in San Francisco om de basis te leggen voor een nieuwe wereldorde. Het Europese continent had twee wereldoorlogen en de Holocaust meegemaakt. Ook buiten Europa, zoals in China en Korea, had de Japanse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog diepe wonden geslagen. De wereld had behoefte aan vrede en stabiliteit. De Volkenbond die opgericht was na de Eerste Wereldoorlog, was de voorloper van de Verenigde Naties. En toch kon de Tweede Wereldoorlog niet voorkomen en dus was er behoefte aan een internationaal instrument die vrede kon waarborgen en mensenrechten beschermen. Vanuit deze gedachtegang ontstond de Verenigde Naties, waarin mensenrechten en het tegengaan van expansiedriften centraal kwamen te staan. Anno 2024 is het echter de vraag of de Verenigde Naties nog steeds die rol kan vervullen. Misschien blijkt de Verenigde Naties een instrument van de twintigste eeuw te zijn geweest.
Poetin staat erom bekend een loopje met de geschiedenis te nemen. U heeft hem vast wel eens horen zeggen dat de NAVO niet had mogen uitbreiden. Volgens Rusland zou de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, James Baker, in 1990 aan Gorbatsjov hebben toegezegd dat dit niet zou gebeuren. Dit zou de Amerikaanse Minister hebben gedaan toen de Sovjet-Unie akkoord ging met de hereniging van Duitsland in 1990. Toch zijn in 2024 verschillende landen ten oosten van Duitsland NAVO-lid geworden. Russische propagandisten gebruiken dit om te beweren dat het Westen Rusland zou hebben bedrogen. Maar is dat wel waar? Heeft de NAVO echt een belofte gedaan, of is dit Russische fake history? En wat was de context waarin Baker deze woorden zou hebben uitgesproken? In dit artikel duiken we in de historische achtergrond van deze ‘belofte’.
Op 24 februari 2022 was de hele wereld in shock: Rusland was Oekraïne binnengevallen met ongekend oorlogsgeweld. Dit was de grootste militaire operatie sinds de Tweede Wereldoorlog op het Europese continent. Vaak wordt er gesproken over het Westen tegenover Rusland, maar ook voor Japan was de oorlog in Oekraïne een keerpunt. In Japan betekende dit ook een U-turn in de bilaterale relaties met Moskou. Ik sprak met Casper Wits, japanoloog, sinoloog en universitair docent Oost-Azië Studies aan de Universiteit van Leiden over hoe Japan zich betrokken voelt bij de oorlog in Oekraïne. En kunnen wij, Europeanen ook iets leren van Japan?
Gisteren viel Israël de Russische luchtbasis Hmeimim in Syrië aan. Deze basis was in 2015 cruciaal voor Rusland om het Assad-regime te redden. Ondanks de Russische rode lijnen besloot Israël om deze vliegbasis aan te vallen, omdat Iran er ook vliegtuigen stationeerde. De Israëlische aanval laat zien dat de belangen van Israël en Rusland elkaar steeds meer beginnen te snijden. De vraag is hoe lang Israël zijn voorzichtige beleid ten aanzien van Rusland kan volhouden.
De oorlog duurt nu al 2,5 jaar (of eigenlijk al tien jaar sinds de annexatie van de Krim). Na aanvankelijke terughoudendheid besloot het Westen Oekraïne te steunen. Eerst met stingers en kogelvrije vesten, daarna volgden HIMARS- en Patriot-systemen. Vervolgens ontstond de discussie over tanks en F-16s. Natuurlijk ben ik tevreden met deze leveringen, want zonder deze wapens zouden er nog veel meer Oekraïense doden te betreuren zijn geweest. Toch blijf ik kritisch. Wat ontbreekt, is een bredere discussie over ons Oekraïnebeleid, niet alleen in Nederland, maar in het hele Westen. We leveren wel wapens, en dat is goed, maar fundamentele vragen over onze Oekraïnestrategie worden niet gesteld. Kunnen we enkel met wapenleveranties Rusland dwingen tot concessies, of is er meer nodig?